Wat doe je tijdens de toets

• Als de blaadjes worden uitgedeeld, kan je direct al wat rijtjes en/of formules noteren. Zodoende kan je informatie die je bang bent te vergeten, veilig stellen.
• Lees de toets goed door en kijk in welke volgorde je de vragen het beste kunt maken. Hou hierbij rekening met de moeilijkheid van de vragen (makkelijke eerst), hoeveel tijd de vraag kost en hoeveel punten de vraag oplevert (veel punten het liefste eerst).
• Lees de vragen goed. Veel fouten worden simpelweg gemaakt doordat de vraag niet goed is gelezen.
• Op toetsen mag je schrijven, maak hier gebruik van. Onderstreep de sleutelwoorden. Uit onderzoek blijkt dat mensen die dit doen, beter scoren!
• Sleutelwoorden zijn: beschrijf, noem, verklaar, reken uit, geeft het verband aan tussen, enzovoort.
• Bij ingewikkelde vragen helpt het om op je blaadje te noteren: gegeven= … gevraagd= … antwoord=…
  Of werk met je stappenplan! 
• Laat bij je antwoord altijd een paar regels open voor het geval je er later nog iets bij wilt schrijven.
• Als je klaar bent met je toets en je hebt nog tijd, lees je antwoorden nog eens door. Kloppen de eenheden, lopen de zinnen, heb je alle vragen gemaakt, zijn je antwoorden leesbaar?
   

 Wat doe je op de dag van de toets:

• Neem minstens twee pennen en alles wat je nodig hebt mee (bv potlood, rekenmachine, geodriehoek). Dan hoef je je daar geen zorgen om te maken.
• Zorg dat je goed geslapen en ontbeten hebt, zodoende presteer je beter.
• Het heeft geen zin, kort voor de toets, alles nog even door te lezen. Je kunt beter wat relaxen. Wie ontspannen een toets maakt, scoort beter.
• Ga kort voor de toets niet met anderen bespreken wat je wel en niet geleerd hebt. De kans op stress is enorm en dat blokkeert. Vertrouw op jezelf!